Onbewuste vooroordelen kunnen onder andere de uitkomst van sollicitatieprocedures beïnvloeden. Hierdoor worden gekwalificeerde kandidaten mogelijk ten onrechte buitengesloten en neemt diversiteit in een organisatie af. In dit artikel gaan we dieper in op de verschillende soorten onbewuste bias die dit kunnen veroorzaken, zoals een confirmation bias of halo-effect. We bespreken wat mogelijkheden zijn om deze bias tegen te gaan in het sollicitatieproces.
Wat is een bias?
Laten we beginnen met definiëren wat een bias is. Er zijn verschillende soorten bias en de onderstaande zijn voor werving en selectie het meest relevant om te benoemen.
Confirmation bias
Bij confirmation bias hebben we de neiging om informatie te zoeken die onze bestaande overtuigingen bevestigt. We zoeken dus naar wat we al weten of onze ideeën of standpunten bevestigen. Alles wat we zien, halen we door dit filter. Dat klinkt alsof we heel bewust zoeken naar deze informatie en bevestiging. Het tegenovergestelde is de realiteit. Ons brein doet dit snel en het kost ook geen moeite. We kiezen dus snel en onbewust voor de informatie die het minste weerstand in ons denken oplevert.
Similarity bias
Mensen zijn sociale dieren en we zoeken graag bevestiging. Die vinden we in mensen die op ons lijken. Dat is een valkuil in werving en selectie van nieuwe medewerkers. Als we afgaan op een voorkeur voor kandidaten die op onszelf lijken, dan , kiezen we dus voor iemand met dezelfde achtergrond, interesses, woonplaats, gezinssituatie en dergelijke.
Halo-effect
Het halo-effect heet zo, omdat het een effect is dat voorkomt uit het ‘uitstralen’ van een beoordeling over het totale beeld dat we creëren van een persoon. We hebben de natuurlijke neiging om bij een positieve eerste indruk deze waardering door te voeren op andere eigenschappen. Dat kan betekenen dat we mindere eigenschappen van een persoon uiteindelijk beter waarderen door die ene positieve eerste indruk.
Horneffect
Het horneffect is het tegenovergestelde van het halo-effect. Ook hier is sprake van ‘uitstraling’. Het grote verschil is het hier om een negatieve eerste indruk gaat. Die straalt dan uit op elke volgende waardering van de eigenschappen van een persoon. Iemand kan daarna alleen nog maar positieve eigenschappen laten zien. De eerste, negatieve indruk overschaduwt de beoordeling van andere eigenschappen.
Stereotypering
Als onderzoekers als Daniel Kahneman één ding duidelijk hebben gemaakt, is dat het menselijk brein van nature lui is. Het zal de gemakkelijke weg kiezen in het doen van observaties. We hebben van iedereen wel een beeld en stoppen gemakshalve mensen in een hokje. We kunnen dan snel en eenvoudig een groep mensen en het gedrag beschrijven. In alle gevallen ontbreekt de nuance. Behalve in het hokje waar we zelf in vallen.
Een stereotype is zo’n hokje. We hebben een beeld vastgesteld van een persoon en willen daar niet van afwijken. Dat beeld klopt overigens nooit met de werkelijkheid. We vullen in en aan en/of vergroten een deel van de werkelijkheid buitenproportioneel uit.